Rolverdeling:
Inhoud:
In Salzburg wordt Maria postulante in de abdij Nonnberg, maar ze is niet erg geschikt voor het kloosterleven en ze krijgt van de moeder overste de opdracht als gouvernante te werken voor de zeven kinderen van kapitein Von Trapp: Liesl, Friedrich, Louisa, Kurt, Brigitta, Marta en Gretl. De kapitein regeert zijn kinderen met militaire discipline, omdat zijn vrouw is overleden en hij niet wil worden herinnerd aan haar vrolijke manier van leven. Maria wil daar verandering in brengen en terwijl de vader enige tijd van huis is, leert ze de kinderen zingen en weer plezier in hun leven te hebben. De kapitein komt na een paar dagen weer terug met zijn verloofde, een rijke barones uit Wenen, en wordt boos over het gebrek aan discipline, maar ontdooit weer als hij de kinderen hoort zingen. De kapitein geeft een feest ter ere van zijn verloving en later danst hij met Maria. De barones ziet het. Dan gaan de kinderen optreden met so long farewell. Oom Max, een impresario, vraagt de kapitein of Maria bij het feest mag blijven. De kapitein vindt het goed, maar Maria zegt dat ze geen goede feestkleren aan heeft. Dan gaat de barones achter haar aan naar boven, zogenaamd om te helpen een jurk te kiezen voor Maria. De barones vertelt Maria dat de kapitein verliefd is op haar. Maria vlucht terug naar het klooster. De kinderen proberen haar daar tevergeefs op te zoek om naar de reden van haar vertrek te vragen. Moeder Overste zegt dat ze terug moet gaan naar de kinderen en de kapitein. Die zijn allen verrast haar weer te zien, de barones al helemaal. De kapitein merkt dat hij van Maria houdt en verbreekt de verloving. In de tuin verklaren Maria en de kapitein elkaar de liefde. Ze trouwen met elkaar en gaan op huwelijksreis naar Parijs.
Tijdens de reis heeft Max de kinderen onder zijn hoede. Hij zorgt ervoor dat de zingende kinderen mogen optreden op de Salzburger Festspiele. Hij weet wel dat vader Von Trapp het niet goed vindt dat de kinderen in het openbaar optreden, maar deze wordt niet voor de Festspiele terugverwacht.
Het is echter 1938 en niet veilig in Oostenrijk. Tijdens hun huwelijksreis nemen de nazi’s de macht over. De kapitein en Maria keren snel terug. Juist die avond vinden de Festspiele plaats, en de kapitein beslist dat het optreden niet doorgaat.
Dan blijkt dat de kapitein wordt opgeroepen voor de marine in Bremerhaven. Hij probeert met zijn gezin te vluchten. Als ze betrapt worden, redt de kapitein zich eruit door te zeggen dat ze op weg zijn naar de Festspiele. Dat klinkt geloofwaardig, want de namen staan op het programma. De kapitein krijgt toestemming met zijn gezin aan de uitvoering mee te doen. Tijdens de uitvoering ontsnappen ze en vluchten ze naar de abdij, waar ze worden verstopt door de nonnen. De nazisoldaten, waaronder Rolf, de vriend van Liesl, doorzoeken de abdij. Terwijl de rest al verderop zoekt, ontdekt Rolf de familie, waarop hij zijn pistool op de kapitein richt. Deze weet de jonge soldaat echter ervan te weerhouden te schieten terwijl de kapitein langzaam naar hem toe komt en het pistool pakt. Rolf waarschuwt dan wel de anderen, maar doordat de nonnen de auto’s van de nazi’s onklaar gemaakt hebben, kan de familie met hun auto ontkomen. Ze rijden naar de bergen, en gaan vandaar, omdat alle grenzen gesloten zijn, te voet de grens van Zwitserland over.
Recencies